
De geschiedenis van de Watertoren
De Watertoren van Dirksland is gebouwd tussen 1939 en 1941, naar een ontwerp van architect J. Gerber. De toren is vormgegeven in een stijl verwant aan de Delftse School, en geldt als een van de vroegste voorbeelden van deze bouwtrant in de Nederlandse watertorenarchitectuur.


Met de ingebruikname van de toren werd het middendeel van Goeree-Overflakkee aangesloten op het waterleidingnet. De toren had een opslagcapaciteit van 575 m³, een hoogte van 62,5 meter en een doorsnede van 10 meter. Lange tijd was het zelfs de hoogste watertoren van Nederland.
​
Op 4 mei 1945, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog, wilden de Duitse bezetters de toren opblazen. Dit is gelukkig voorkomen: op 7 mei 1945 werd de springstof veilig verwijderd. De toren bleef in gebruik tot 1958.
​
Sinds 30 september 2002 is de toren officieel aangewezen als Rijksmonument (monumentnummer 525002). Het gebouw is van algemeen belang vanwege zijn cultuurhistorische, architectonische én situationele waarde.
De ligging van de toren – in het open polderlandschap tussen Dirksland en Sommelsdijk – maakt hem vanuit de wijde omtrek zichtbaar. Vanaf onder andere Nieuwe-Tonge, Melissant, de Slikken, het Haringvliet en Stellendam is de toren herkenbaar als markant oriëntatiepunt; een waar landmark in het landschap.



Door de jaren heen zijn er diverse aanpassingen gedaan. In 1993 kreeg de toren een nieuw dak. Tussen 2007 en 2009 werd hij tijdelijk in gebruik genomen als restaurant.
​
De bovenverdiepingen worden al enkele decennia gebruikt voor telecommunicatiedoeleinden. De opbrengsten hiervan komen ten goede aan de gemeente, als eigenaar van het gebouw.
​
In 2024 is het voegwerk aan de buitenzijde hersteld en is het interieur grotendeels ontdaan van de oude restaurantinrichting.